Stadsroutes in Flemish Region

Rundgang durch eine Stadt mit unendlich vielen historischen Gebäuden und etlichen Kanälen Für mich ist es eine der schönsten Städte, die ich kenne.

Antwerpen is een prachtige stad die je zeker een keer bezocht moet hebben. 

Diese Stadtbesichtigung führte über gut 13km vom Parkplatz am Vlaamsekaai an der Schelde (Kreuzfahrthafen) bis zum Steen, dem ältesten Bauwerk Antwerpens, zum Grote Markt mit seiner imposanten Kathedrale Unserer Lieben Frau, zum Begijnenhof, einer Oase der Ruhe, und zurück durch die Geschäftsstraße Meir zum Rubenshaus, dem Botanischen Garten und dann durch die Nationale Straat bis zum Kgl. Museum der Schönen Künste, das im April 2017 einer Renovierung unterzogen wird.

Visite guidée et numérotée de la ville de Bruxelles ( Belgique )

Een blikverruimende wandeling langs kunst in Hasselt.

Een klinkende route langs muzikale hotspots in de stad. Hasselt rockt, swingt, fuift, zingt... kortom: de stad àdemt muziek. Daarom is er nu MuziekTour Hasselt: een unieke en toegankelijke wandelroute, die je meeneemt langs de meest iconische Hasseltse muzikale hotspots van vroeger en nu!

Route: 1 Abdisstraat 8 en 12 (1933)** 2 Koning Albertlaan 97 (1936)** 3 Sportstraat 212-230 (1936)** 4 Sportstraat 320-342 (1947)** 5 Verpleegsterstraat 2-142 (1954-1956)** 6 Koningin Fabiolaan 71 (1930)** 7 Aaigemstraat 112-114 (1939)** 8 Voskenslaan 224 (1935)** 9 Krijgslaan 185 (1936)** 10 Vaderlandstraat 47 (1933)** 11 Vaderlandstraat 120 (1931)** 12 Jemappesstraat 8 (1930)** 13 Sint-Hubertusstraat (1933-36) 14 Kortedagsteeg 41-47 (1934) Modernisme is gebaseerd op het rationeel gebruik van moderne materialen als beton en staal, functionele planning en het verwerpen van ornamentele stijlen als Art Nouveau en Art Deco. Vorm en uitzicht van het gebouw moet bepaald worden door het achterliggende grondplan en de functies van de ruimtes, zware monumentale gebouwen worden afgewezen: een gebouw moet een zekere “lichtheid” bezitten. “Less is more”. Illustratief en van grote invloed zijn de Vijf Punten voor een Nieuwe architectuur van Le Corbusier: Les pilotis: de kern van het gebouw moet op zuilen vrij van de grond staan. Le toit-jardin: het platte dak wordt als buitenruimte ingericht, daktuinen Le plan libre: vrije indeling op elk niveau dankzij skeletbouw La façade libre: de gevels zijn geen dragende muren La fenêtre en longeur: het horizontale panoramaraam Kubusachtige en cilindrische vormen, platte daken, beton, staal, grote ramen en asymmetrische vormen: al deze elementen horen bij het modernisme. Maar ook de mens staat centraal: functionele woningen met grote lichtinval vergemakkelijken het leven en verbeteren de hygiëne, gemeenschappelijke ruimtes verhogen de interactie tussen mensen. Enerzijds worden individuele villa’s of rijwoningen gebouwd (de witte villa’s van Le Corbusier), anderzijds wordt veel belang gehecht aan sociale, emancipatorische hoogbouwblokken (Unité d’Habitation van dezelfde) en wijkinrichting. De belangrijkste vertegenwoordigers in Gent zijn Gaston Eysselinck, Geo Bontinck en Henry van de Velde. Eysselinck probeerde het wonen - onder invloed van Le Corbusier – in al zijn facetten te ontleden en te herdenken. Hij is hierdoor één van de meest interessante figuren van het Gentse interbellum en één van de weinige architecten die op nationaal en internationaal vlak kunnen meetellen. Eysselinck was een zeer principieel functionalist, de “machine à habiter” was een reëel gegeven. Architectuur was voor Eysselinck een sociale opdracht, een soort zending: “functioneele architectuur streeft er naar het leven der bewoners minder nutteloos vermoeiend, meer geordend en waarachtiger te maken. Een huis en een binnenhuis ontdaan van allen valschen schijn, herbergt noodzakelijk oprechte menschen.” Geo Bontinck bezat als architect het grote talent om een rationele architectuur te verrijken met een zin voor het poëtische detail. Bontinck creëerde een functionele architectuur in beton en baksteen. Veel villa’s maar misschien nog meer sociale appartementsblokken en ook openbare gebouwen. Henry van de Velde is in het interbellum dé leidende figuur binnen het modernisme in België, hoewel niet alle architecten het met hem eens zijn o.a. zijn sociaal engagement is zwak, zoniet onbestaand. Vele Gentse architecten ontwierpen echter modernistische lookalike gebouwen , de moderniteit beperkt zich tot de gevel. Daarachter vinden we dikwijls een 19de-eeuwse indeling “en suite”: een brede travee met het salon gevolgd door de eetkamer, soms nog gevolgd door een “woonkamer” voor dagelijks gebruik. Salon en eetkamer zijn met elkaar verbonden via brede, beglaasde deuren of via een boogmotief. Deze ruimtes waren pronkkamers, alleen geopend bij feestelijke gebeurtenissen. De brede travee werd geflankeerd door een smallere met vestibule, gang, trap en keuken, bijkeuken en wasplaats. Een aantal modern ingestelde architecten verving de rechte steektrap of bordestrap door een trap in een halfronde trapkoker. Dit vormelijk teken van moderniteit verwijst naar de esthetiek van Le Corbusier, en heeft het voordeel ruimtebesparend te werken. Hierdoor kan de trapkoker ook vrij willekeurig in het bouwvolume worden geplaatst, waardoor een alternatieve schikking van de ruimten mogelijk wordt. Minimaal worden woonkamer en salon verenigd in een “living-room”.

Of je Hasselt nu voor het eerst bezoekt of al op je duimpje kent, met deze route (her)ontdek je de stad op een heel andere manier.

Hou jij er ook zo van om rond te snuisteren en bijzondere hoekjes te ontdekken? Dan is deze zoektocht helemaal jouw ding.

Hendrik van Veldeke, Kolonel Dusart, De Gerlache … Het zijn namen van standbeelden, straten of pleinen. Maar ook van Hasseltse helden die even terug tot leven komen om families met kinderen van 6 tot 12 jaar mee op avontuur te nemen.